Schrijf in een notitieboekje op wanneer je rookt.
Doe dit als volgt:
Rookmoment
Heb je gerookt of had je alleen de behoefte om te roken? |
Situatie
Waar ben je?
Wat doe je?
Hoe voel je je? |
1 Gerookt
7.30 uur |
Thuis, koffie aan het drinken, ontspannen |
2 Gerookt
8.45 |
Bij de bushalte, wachten, verveeld |
3 Gerookt
9.15 |
Op weg naar mijn werk, gestrest |
4 Gerookt
10.30 |
Buiten, tijdens werk, gespannen |
5 …. |
…. |
Vul alle rookmomenten in
Schrijf 4 dagen lang elk rookmoment op. Noteer ook minstens 1 dag in het weekend.
Doorbreek je gewoontes
Als je 4 dagen hebt ingevuld, heb je inzicht in je gewoontes. Rook je bijvoorbeeld altijd na het eten? Of tijdens een bakje koffie? Of rook je altijd 2 keer in je pauze?
Maak een plan
Nu je inzicht hebt in je rookgedrag, maak je een plan. Wat ga je voortaan doen na het eten, tijdens je pauze of als je een bakje koffie drinkt? Het helpt om dit te bedenken voordat je stopt. Bedenk hoe die momenten zullen zijn zónder het roken.