Browser:
Compass:
Search:
Marker:
Joris zoekt hulp bij het stoppen met roken. Tijdens zijn werk als psychiatrisch verpleegkundige helpt hij anderen met mentale klachten. Maar het lukt niet om hemzelf van de sigaret af te helpen. In de video kun je zien hoe hij hulp zoekt bij een stoppen-met-roken-coach.
Joris meldt zich aan bij de Rookstoppoli van het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Daar helpt stopcoach Pauline Haasbroek hem met het stoppen.
Joris: “Ik heb vrijdag een feestje gehad in een café en ik kreeg een sigaret aangeboden. Ik heb ‘ja’ gezegd. Ik moet bekennen ik heb ervan genoten. Er zit gewoon een verslaafde jongen in mij die heel erg trekt aan die sigaretten nog gewoon.”
“Als ik ’s ochtends opsta eigenlijk het eerste wat ik doe is een pot koffie zetten en een sigaretje roken. Ik vind dat ook gewoon fijn. Dan sta ik daar alleen buiten, ik kijk om mij heen, ik zie de lucht, ik zie de vogels, ja dat zijn wel ritueeltjes die erbij horen bij mij zeg maar. Ik werk als psychiatrisch verpleegkundige bij de Hollandse Poort in Eindhoven. Volgens mij alle cliënten zo ongeveer waarmee ik werk die roken en het is natuurlijk heel makkelijk om samen met de cliënt een sigaretje te gaan roken in plaats van tegenover elkaar aan tafel te gaan zitten want dat heeft gelijk lading. Terwijl als je samen langs elkaar loopt dat praat veel makkelijker en dat sigaretje helpt daar enorm bij. Verslaving is iets dat je eigenlijk van iets, een middel of iets afhankelijk bent en daar eigenlijk niet zonder kan en zonder wil en dat het in je hoofd blijft spoken. En dat is als je op een trein staat te wachten, als ik onderweg naar mijn werk fiets. Ja, ik heb heel veel van die momenten dat ik denk: hier hoort een sigaretje bij. Ik weet mijn moeder had vroeger, of mijn ouders, zo’n potje met sigaretten. Dat was heel gewoon als er bezoek was dan stonden er sigaretten en sigaren op tafel. En ja dan bietste ik er weleens een uit en toen was ik een jaar of dertien, veertien denk ik. Dat vind ik heel erg vies. En ik heb alleen maar gehoest maar toch is dat dan interessant. En ik denk vanaf mijn zestiende, zeventiende dat ik echt wel dagelijks ben gaan roken. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. En ja, daar moet iets voor in de plaats komen en wat dat dan gaat zijn en hoe dat gaat lopen en hoe moeilijk dat gaat worden, ja dat vind ik wel heel spannend. Het is me nog nooit gelukt en ik zou het heel mooi vinden als ik het op deze manier wel zou lukken.”
Pauline: ”Hé Joris.”
Joris: “Hé goedemorgen.”
Pauline: “Op een schaal van 0 tot 10 mag je aangeven hoe graag je wil stoppen met roken?”
Joris: “Een acht denk ik.”
Pauline: “Een acht.”
Joris: “Ik vind het retespannend maar ook omdat ik eigenlijk al voor mijn gevoel mijn hele leven rook en geen idee heb hoe het leven eruit gaat zien. En daar kijk ik naar uit en daar zie ik tegenop moet ik bekennen.”
Pauline: “Ja. Waar zit jouw vertrouwen op dit moment dan als je mag inschatten?”
Joris: “Op een zes.”
Pauline: “We werken met het boek “Nederland stopt met roken’. Achterin staat een plan, dat krijg je van mij op papier mee. De bedoeling is dat je stoppen met roken goed gaat voorbereiden.”
Joris: “Ja, dan gaat het eigenlijk zo’n beetje beginnen. Dan kom je op een longafdeling en dan denk je: een longafdeling dat is echt niet oké, daar het ik niks te zoeken want ik voel me eigenlijk best oké. Nou ja, het gesprek over roken, nou ja goed dan gaat er een periode overheen waarin je een plan moet maken van hoe ga je dat doen, wat zijn je valkuilen en daar ben ik best we druk mee bezig geweest. Ik heb het idee dat ik thuis mijn dingetjes wel redelijk geregeld heb maar op mijn werk vind ik het best wel lastig omdat ik werk met mensen met een verslaving, mensen die zelf roken waarbij het heel gemakkelijk is om samen met een cliënt een sigaretje te roken. Dus …”
Pauline: “Dit is de nicotinespiegel en het bloed bij iemand die rookt. Wat je ziet is dat heel erg op en neer gaat. Wat gebeurt er nou? Als je een sigaret opsteekt, gaat de nicotine direct naar de hersenen binnen een paar seconden. De fabrikant heeft onder andere ammoniak aan de tabak toegevoegd om dit zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Hoe sneller, hoe verslavender. Op het moment dat het in de hersenen komt, komt er een stofje vrij, dopamine. Op het moment dat je hem uitdoet, zakt direct de spiegel weg. Binnen een half uur heeft je lichaam last van ontwenningsverschijnselen. En zo ben je eigenlijk de hele dag bezig die ontwenningsverschijnselen aan het wegroken. “
Joris: “De coach werkt wel want die zet de dingen voor mij wel op scherp. En dat is ook wel wat ik echt nodig heb.
Pauline: “Is roken gezellig?”
Joris: “Ik vind van wel, ja.”
Pauline: “De situatie is gezellig. Je hebt altijd gerookt, dus je krijgt op het moment dat je die gezelligheid voelt, krijg je dat belletje roken. Maar uiteindelijk doet die sigaret natuurlijk helemaal niks.”
Joris: “En daar liggen vooral mijn valkuilen. En ik heb ontdekt dat ik mijn collega’s eigenlijk vooral heel hard nodig heb de komende tijd. Nou ja, ik heb dat bij een eerdere poging dat ik op mijn werk was, ik zeg: ik heb nu zucht. Ik heb zin om jou te slaan maar ik doe het niet. En dan ja, dan bespreek ik dat met een collega en dan gaat het ook weer over.”
Pauline: “Ja, de trek die komt maar die gaat ook weer.”
Joris: “Dat weet ik.”
Pauline: “Dat duurt…”
Joris: “Drie minuten.”
Pauline: “Drie minuten ja. Het is goed om te kijken van wat kan ik hier nou doen om doorheen te komen. Dat kan een slokje water zijn, ik zeg al bijt je in een citroen maar die gedachte moet even weg maar in verschillende situaties moet je verschillende dingetjes bedenken. Dus het helpt inderdaad om een collega om hulp te vragen. Die je even afleidt.”
Joris: “Dus morgenavond hebben wij, of morgen de hele dag hebben we teamdag. Gaan we ’s middags leuke dingen doen en ’s avonds gaan we een hapje eten en misschien nog een biertje drinken en een dansje wagen en ja goed dan wordt het mijn laatste dag dat ik rook. En woensdag wil ik wakker worden en wil ik een niet-roker zijn.”
Joris: “Ja, hallo allemaal, ik ben dus vandaag een week gestopt met roken. Ik moet bekennen, ik vind het heel erg pittig vooral de eerste dagen waren echt rampzalig. Op die momenten van zucht dan kan ik echt wel door de grond gaan van ellende eigenlijk. Ja, dan weet ik dat dat twee, drie minuten duurt en dat dat dan weer overgaat maar ik vind het heftig. Op dat soort momenten voel ik me echt heel erg zwak en ellendig en ja, dan wacht je maar tot het voorbij gaat of je zoekt wat afleiding en ik benoem het aan collega’s maar ik moet bekennen ik word er af en toe helemaal gek van. Ik heb vrijdag een feestje gehad in een café, daar ben ik echt bewust de hele avond binnen geweest. Dat ging eigenlijk heel erg goed en ’s avonds gingen we naar huis en daar stonden we nog te kletsen met wat mensen en ik kreeg een sigaret aangeboden. Ik heb ‘ja’ gezegd. Ik moet bekennen ik heb ervan genoten.”
“Er zit dus een verslaafde jongen in mij die heel erg trekt aan die sigaretten nog gewoon en dat is niet morgen opgelost.
Vooral thuis heb ik het echt moeilijker dan op mijn werk. Dat had ik niet verwacht. Ik werk in de psychiatrie waar veel mensen roken. Maar ik kan daar ook wel gewoon bij collega’s zeggen hoe ik me voel en er is begrip en afleiding en thuis ja vooral als ik alleen ben dan denk ik: zoek het uit, ik ga gewoon weer beginnen. Maar dat heb ik tot dusver nog niet gedaan dus daar ben ik eigenlijk best trots op, maar leuk is anders.
Ik blijf gewoon gestopt met roken en ik heb het idee dat ik sterker moet worden en makkelijker ‘nee’ moet kunnen zeggen en ja, zeker in bepaalde situaties vind ik dat nog lastig omdat er nog een verslaafde jongen zit die denkt: oh, dat is een mooi moment. En ik kan daarna wel weer de draad oppakken maar ja, ik weet dat ik het mijzelf steeds moeilijker maak dus ja, die verslaafde jongen moet gewoon langzaamaan verdwijnen denk ik. Maar ik denk voor mij dat het gewoon tijd nodig heeft om sterk te worden en om de ballen te hebben die ik nodig heb, zeg maar.
Joris werkt als psychiatrisch verpleegkundige in de Woenselse Poort. Daar begeleidt hij mensen met mentale problemen.
Joris is al vroeg begonnen met roken. Hij komt uit de tijd waarin het nog normaal was dat er sigaretten op tafel stonden voor bezoek. Zo rookte hij ook zijn eerste sigaret thuis bij zijn ouders. Het duurde niet lang voordat hij verslaafd raakte.
De belangrijkste reden dat Joris wil stoppen zijn de kinderen. Hij wordt 50 en hij is bang dat hij de kinderen niet ziet opgroeien. Daarom zoekt joris hulp bij het stoppen met roken.
Joris heeft zich aangemeld bij het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Dat ziekenhuis heeft als eerste in Nederland een rookstoppoli geopend. Bij de rookstoppoli kun je terecht voor hulp bij stoppen met roken.
Wil je meer weten over hulp bij stoppen met roken? Klik dan hier.
Inmiddels zijn er veel meer rookstoppoli’s in Nederland. Je hebt hiervoor een verwijzing van de huisarts nodig.
Je kunt ook andere hulp vinden bij jou in de buurt. Kijk daarvoor op de Hulp-in-de-buurt-kaart.
Je zorgverzekering betaalt meestal een vergoeding om te stoppen met roken. De verzekering brengt vanaf 1 januari 2020 meestal geen eigen risico meer in rekening.
Joris krijgt tijdens zijn stoppoging het boek Nederland Stopt Met Roken. Dat boek is geschreven door longartsen Wanda de Kanter en Pauline dekker. Zij werken ook in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk.
Het boek staat vol met tips hoe je kunt stoppen met roken.
Je kunt het boek ook beluisteren als luisterboek. Kijk bij onderstaande pagina onder ‘Nederland stopt met roken – luisterversie’.
Browser:
Compass:
Search:
Marker: